Samen beslissen over behandelkeuzes bij patiënten met kanker is essentieel voor optimale kwaliteit van zorg. Een keuzehulp kan hierbij helpen. Het is bekend dat het gebruik hiervan als onderdeel van het zorgtraject van toegevoegde waarde is voor zowel patiënten als zorgverleners. Het geeft patiënten meer inzicht in de gevolgen van een behandeling, leidt tot meer betrokkenheid van patiënten in het keuzeproces en leidt tot een hogere patiënttevredenheid. Bovendien zorgt het voor zorg die past bij de waarden en voorkeuren van de patiënt.
Toch blijkt dat de implementatie van samen beslissen bij patiënten met longkanker slechts langzaam van de grond komt in Nederlandse ziekenhuizen. Daarom heeft het KWF geld beschikbaar gesteld voor een project waarbij twee reeds ontwikkelde longkanker keuzehulpen worden samengevoegd, waarna deze op brede schaal zal worden geïmplementeerd.
Het gaat hierbij om de Longkanker keuzehulp die is ontwikkeld op initiatief van de NVT in samenwerking met ZorgKeuzeLab en de keuzehulp van Santeon. De Longkanker keuzehulp is ontwikkeld voor patiënten met niet-kleincellige longkanker (stadium I t/m IV). De keuzehulp is bedoeld om patiënten bewust te maken dat ze een keuze hebben, ze te helpen bij het begrijpen welke behandelopties er zijn met voors- en tegens. Ook helpt de keuzehulp ze om op een rij te zetten wat zij belangrijk vinden en hoe zij tegen belangrijke afwegingen aan kijken en wat hun voorkeur is, zodat zij goed voorbereid het keuzegesprek met hun behandelaar kunnen voeren.
De keuzehulp van Santeon is toegespitst op niet-kleincellige longkanker stadium IV, waarbij gebruik wordt gemaakt van inzichten vanuit 'real world data'. De keuzehulp is ontwikkeld als onderdeel van het promotieonderzoek van Christine Cramer. Hieruit bleek dat data uit de dagelijkse praktijk patiënten kan helpen een goed geïnformeerde keuze te maken voor een juiste behandeling. Het geeft hen meer gepersonaliseerde inzichten in behandelresultaten bereikt bij patiënten die op hen lijken.
Door het samenvoegen van de twee keuzehulpen ontstaat er één keuzehulp die patiënten helpt bij het krijgen van overzicht, waarbij gebruikt gemaakt wordt van de meeste recente wetenschappelijke inzichten.
Het samenvoegen en optimaliseren van de twee keuzehulpen wordt geleid door Nelly van Uden (Santeon), Ewoudt van de Garde (St. Antonius Ziekenhuis en Universiteit Utrecht), Regina The (ZorgKeuzeLab) en Olga Damman (Amsterdam UMC). Ook wordt een multidisciplinaire werkgroep opgesteld waar naast zorgverleners uit alle betrokken disciplines ook patiëntenvereniging Longkanker Nederland in is vertegenwoordigd. Na het samenvoegen wordt de nieuwe keuzehulp de komende jaren geïmplementeerd in 20 ziekenhuizen en wordt er daarmee blijvend onderdeel in het beslissingsproces.
Neem contact op met Nelly van Uden
n.vanuden@santeon.nl
Neem contact op met Regina The
regina@zorgkeuzelab.nl
Charmaine vertelt over de opstart: “Paul Kil, initiatiefnemer van de Prostaatkanker keuzehulp, en Romy Lamers, destijds arts-onderzoeker, hebben in 2014/2015 de keuzehulp bij ons op de afdeling geïntroduceerd. In het begin is het natuurlijk altijd even wennen, maar het team is er voortvarend mee van start gegaan. Inmiddels is Paul al enkele jaren met pensioen en is Romy ook in andere ziekenhuizen gaan werken voor haar opleiding tot uroloog. Was benieuwd of hun vertrek nog invloed zou hebben op het gebruik, maar eigenlijk is het naadloos doorgegaan. De keuzehulp was inmiddels zo goed onderdeel geworden van de routine, dat iedereen daar als vanzelfsprekend mee verder ging.”
Anton licht toe hoe hij het keuzehulp-uitreikvel in de spreekkamer gebruikt. “Wat ik vertel in de spreekkamer is meestal het volgende: ‘U heeft de keuze uit drie behandelingen; uitwendige bestraling, operatie of inwendige bestraling. Van alle drie deze behandelingen is het effect op uw genezing min of meer hetzelfde. Belangrijk daarbij te noemen is dat iedere behandeling andere bijwerkingen kan hebben en die treffen u bij uw erectie, plassen en poepen.’ Verder ga ik daar niet te diep op in. Na het horen van de diagnose prostaatkanker gaat toch het merendeel van de informatie langs hen heen in zo’n consult. Ik geef daarom aan dat het vooral belangrijk is wat hún mening hierover is, en dat de keuzehulp hen helpt bij dit proces. Ik vertel dat de keuzehulp niet alleen helpt bij het maken van de keuze, maar dat er ook veel informatie en jargon in staat.”
“En als laatste zeg ik: U heeft wel even de tijd om de keuze te maken. Dus verdiep u in de keuzehulp en praat met familie en vrienden over hun ervaringen. Dus het is belangrijk dat u een goede keuze maakt. En het maakt niet uit welke keuze het is, als het maar uw keuze is. Een keuze waar u achterstaat. En u heeft hier nu de tijd voor, dus benut alstublieft die tijd.”
Anton: “Patiënten hebben na het doornemen van de keuzehulp nog een gesprek met de oncologieverpleegkundige. In dat gesprek kunnen zij alle vragen en overwegingen bespreken. En als er daarna nog vragen zijn, dan kunnen ze ook bij mij terecht. Maar de meeste mensen zijn er dan al wel uit. Dit proces scheelt mij echt veel tijd.”
Charmaine: “Een grote meerwaarde die wij ervaren is dat patiënten beter geïnformeerd zijn, dat is echt een wereld van verschil. Ze komen beter geïnformeerd naar het gesprek en stellen ander soort vragen. Bijna alle patiënten komen met hun uitgeprinte samenvatting binnen: ‘Kijk dit is de uitkomst van mijn keuzehulp.’ Die samenvatting is voor mij een hele fijne leidraad voor het gesprek. We bespreken wat eruit komt en gaan daar verder op in. Je kunt meteen de diepte in. Voordat de keuzehulp er was hoorde ik regelmatig in mijn gesprekken: ‘Zuster, ik wist niet eens dat ik een prostaat had.’"
Anton: “De werkdruk is hoog. Doordat patiënten beter geïnformeerd zijn, levert dit tijdwinst op in de gesprekken. Vroeger liep je vaak uit doordat je alles vanaf de basis uit moest leggen. Dit wordt nu deels overgenomen door de keuzehulp en kun je de beschikbare tijd gebruiken om te bespreken wat voor die patiënt belangrijk is. Door de meerwaarde die we ervaren, is het gebruik van de keuzehulp niet meer weg te denken.”
Charmaine: “We gaan natuurlijk ook steeds meer het digitale tijdperk in. Een tijd waarin mensen steeds meer op zichzelf aangewezen worden. Met deze keuzehulp geef je patiënten duidelijke informatie op maat mee. Ze hoeven niet zelf op zoektocht. Ze voeren thuis hun wachtwoord in en vinden daar alle betrouwbare informatie. Ze krijgen meer zicht op ‘wat is er eigenlijk met mijn lijf aan de hand?’ en de keuzehulp ondersteunt hen om zelf te wikken en wegen over welke behandeling het beste bij hen past.
Bij alle teams is het gebruik van de Prostaatkanker keuzehulp binnen 3 tot 6 maanden routine geworden. Met ons implementatiepakket maken we het ook jouw team zo makkelijk mogelijk. Vraag een proefpakket aan om het vrijblijvend uit te proberen.
Dr. Liselot Valkenburg-van Iersel, dr. Judith de Vos-Geelen (medisch-oncologen) en Merlijn Graus, (arts-onderzoeker) zijn vanaf het begin nauw betrokken geweest bij de ontwikkeling van de Alvleesklierkanker keuzehulp. De Vos-Geelen: ‘Wanneer mensen horen dat ze uitgezaaide alvleesklierkanker hebben, komt er veel ze op af. In korte tijd moeten patiënten direct ingrijpende keuzes maken. Het liefst wil je patiënten op zo’n moment een escape geven, maar dat kan niet. Het enige wat je kan doen, is ze controle over het proces geven. En dat is precies wat de keuzehulp doet.’
‘De arts kan alle behandelopties natuurlijk wel benoemen’, erkent oncoloog Valkenburg. ‘Maar het waardevolle van de keuzehulp is dat de patiënt thuis – samen met anderen - alle voor- en nadelen van een behandeling rustig kan doornemen. Zonder dat hij daarbij door iemand in een witte jas op de vingers gekeken wordt. De keuze om je niet te laten behandelen is hierbij ook een optie. Patiënten moeten wel echt aanpoten om de behandeling te ondergaan. Daarom is de keuze wel of niet behandelen uiterst persoonlijk. Wat willen patiënten? Dat verschilt van persoon tot persoon.’ De uitkomsten van de keuzehulp vormen het startpunt voor het gesprek met de arts om samen tot de best passende aanpak te komen.’
ZorgKeuzeLab is verantwoordelijk voor de ontwikkeling en implementatie van de keuzehulp. Zij hebben ook patiënten nauw betrokken in het ontwikkelproces, zoals Richard van Beek en Cobi Schuite-Schut. ‘Ik vind de keuzehulp heel uitgebreid en een meerwaarde voor de patiënt. Er zijn dingen die ik nu pas voor het eerst zie. Tijdens mijn diagnose heeft mijn vrouw steeds driftig mee geschreven en getekend tijdens de gesprekken met de arts, dat had niet gehoeven als we deze keuzehulp hadden gehad’, vertelt Van Beek. Cobi Schuite-Schut vult aan: ‘Ik vind dit echt fantastisch en heel veel toevoegen. Het is een bundeling van eigenlijk alles wat je wil weten en waar je over na wil denken.’
In de keuzehulp vinden patiënten ook een link naar de Deltaplan Alvleesklierkanker-app. In deze app vinden patiënten een up-to-date overzicht van wetenschappelijke onderzoeken waaraan ze mogelijk kunnen deelnemen.
Voor vragen over het onderzoek:
Neem contact op met Merlijn Graus
merlijn.graus@mumc.nl
Voor vragen over de keuzehulp of implementatie:
Neem contact op met Regina The
regina@zorgkeuzelab.nl
Meer informatie over de Alvleesklierkanker keuzehulp
Het Deltaplan Alvleesklierkanker is een landelijk samenwerkingsverband tussen de 15 expertisecentra (DPCG), het patiëntenplatform Living With Hope en de Maag Lever Darm Stichting. Met verenigde krachten werken de partijen aan een betere toekomst voor alvleesklierkankerpatiënten.
De Alvleesklierkanker keuzehulp is mede mogelijk gemaakt door het Deltaplan Alvleesklierkanker en ZorgKeuzeLab. Voor de ontwikkeling is ook financiële steun ontvangen via een unrestricted grant van Servier, Viatris en Astra Zeneca.
Jaarlijks krijgen in Nederland zo'n 12000 mannen de diagnose prostaatkanker. Deze diagnose zet je wereld op z'n kop. Gelukkig zijn er vaak verschillende behandelingen mogelijk. Goede gesprekken hierover met je zorgverlener zijn belangrijk: Wat betekent de behandeling voor je dagelijks leven? Wat vind jíj belangrijk? Onze prostaatkanker keuzehulpen ondersteunen patiënten en hun behandelaren om samen te beslissen over de best passende behandeling.
Voor gelokaliseerd prostaatkanker in een vroeg stadium zijn meestal meerdere gelijkwaardige behandelingen mogelijk: operatie, bestralen of afwachten met de behandeling. Welke behandeling het beste is, hangt af van kenmerken van de kanker, de conditie en wat de patiënt belangrijk vindt, zoals de invloed op kwaliteit van leven.
Ook voor mannen met uitgezaaide castratie resistente prostaatkanker (CRPC) zijn vaak meerdere behandelopties: afwachten, anti-hormonale therapie, chemotherapie, doelgerichte therapie of behandeling met radioactieve stof.
De Prostaatkanker keuzehulp en CRPC keuzehulp ondersteunen zorgverleners en patiënten bij alle stappen van het samen beslissen.
Zo helpt het keuzehulp-uitreikvel de uroloog, internist-oncoloog of verpleegkundige bij het uitleggen van de diagnose en behandelmogelijkheden voor de patiënt, samen met de voor- en nadelen.
Tijdens de time-out kunnen patiënten thuis, in hun eigen tijd en tempo de informatie uit het slecht nieuwsgesprek nalezen. Ook worden ze met vragen en stellingen geholpen om op een rij te zetten wat zij belangrijk vinden en waar hun voorkeur naar uit gaat. Ze sluiten de keuzehulp af met een samenvatting die ze eenvoudig kunnen delen met hun behandelaar. Zo gaan ze goed voorbereid naar het vervolgesprek.
In het vervolgconsult biedt de samenvatting een mooie gespreksstarter. Patiënten kunnen gestructureerder aangeven hoe ze er in staan, of ze al een duidelijke voorkeur hebben, wat hun afwegingen zijn en welke vragen ze nog hebben.
Patiënten geven aan dat de keuzehulp een duidelijk overzicht geeft van alles wat in de spreekkamer is besproken. En dat het hen helpt bij het maken van afwegingen voor een passende behandeling.
Sinds 2015 hebben al duizenden mannen de keuzehulpen gebruikt. 90% daarvan is (zeer) tevreden over het gebruik.
Zorgverleners geven aan dat het prettig is dat ze sneller de diepte in kunnen in een vervolggesprek en een zo samen een effectiever gesprek kunnen voeren en samen de best passende behandeling te kiezen.
Vraag uw uroloog naar de keuzehulp. Of heeft u de keuzehulp niet ontvangen van uw zorgverlener in het ziekenhuis? ZorgKeuzeLab en haar partners streven breed gebruik van de keuzehulpen na. Daarom bieden we ook patiënten die deze niet ontvangen vanuit hun ziekenhuis, toegang tot de keuzehulpen via Prostaatkanker stichting, kanker.nl en Alles over urologie.
Bij alle teams is het gebruik van de Prostaatkanker keuzehulp en CRPC keuzehulp binnen 3 tot 6 maanden routine geworden.
Met ons implementatiepakket maken we het ook jouw team zo makkelijk mogelijk. Vraag een proefpakket Prostaatkanker keuzehulp en proefpakket CRPC keuzehulp aan om het vrijblijvend uit te proberen.
“Uit data-analyse van het Samen Beter verbeterteam voor borstkanker, kwam naar voren dat 18% van de patiënten binnen 3 jaar stopt met adjuvante anti-hormonale therapie, al dan niet in overleg met de zorgverlener. Dat vonden we best een groot aantal, zeker gezien anti-hormonale therapie 5, 7 of 10 jaar wordt voorgeschreven. Voor ons reden om de mogelijkheid voor een keuzeondersteuning bij evaluatiegesprekken van anti-hormonale therapie te onderzoeken."
Er bleek een duidelijke behoefte voor ondersteuning vanuit zowel zorgverleners als patiënten. Zorgverleners vinden het spijtig dat een deel van hun patiënten op eigen houtje stopt met anti-hormonale therapie. Terwijl er vaak andere mogelijkheden zijn, zoals wisselen van medicatie of tijdelijk pauzeren. Patiënten die wel graag doorgaan, kunnen advies krijgen over hoe bijwerkingen mogelijk beter verdragen kunnen worden. Zorgverleners willen patiënten hierin graag ondersteunen en het gesprek aangaan.
Bij patiënten leefde ook de behoefte om op een laagdrempelige manier hierover met hun zorgverlener te praten. Anti-hormonale therapie wordt vaak als zwaar ervaren. “Wat als ik wil stoppen, of wat als het niet bij me past? Zijn er nog andere opties die ik niet ken?” Het is voor zowel patiënt als zorgverlener belangrijk dat het gesprek wordt aangegaan over wat de behandeling ‘oplevert’ en wat het ‘kost’.
Met een multidisciplinaire werkgroep uit meerdere ziekenhuizen is de ontwikkeling van de gespreksstarter Anti-hormonale therapie in januari 2021 gestart. “Heel waardevol in het ontwikkeltraject waren de co-creatie sessies met zorgverleners en patiënten. Samen hebben we de scope bepaald en de vraag gesteld: ‘Wanneer voegt deze tool waarde toe en wanneer is de tool geslaagd?’ Belangrijk bij de ontwikkeling waren de korte lijnen met de zorgverleners, om echt samen de inhoud te maken. Als zij niet achter de inhoud staan, gaat zo’n tool nooit van de grond komen.
De ontwikkelde gespreksstarter Anti-hormonale therapie ondersteunt zorgverleners en patiënten bij de evaluatie en het gesprek over ‘hoe verder’: doorgaan, pauzeren, wisselen of stoppen. De gespreksstarter bestaat uit een digitale spreekkamertool, waarmee in de spreekkamer samen de bespreekpunten worden bepaald. Daarnaast is er het uitreikvel. Hierop noteert de zorgverlener vervolgafspraken en besproken onderwerpen. Thuis kan de patiënt in de online omgeving meer informatie, praktische tips en ervaringsverhalen over de impact van de behandeling lezen.
Dit jaar zijn de Santeon ziekenhuizen gestart met het gebruik van deze gespreksstarter. “Voor patiënten ligt de waarde in de herkenning en erkenning van hun klachten en dat ze daarover kunnen praten in het consult. Patiënten vinden het fijn om in hun eigen tijd en setting rustig na te lezen wat er is besproken.
Belangrijke meerwaarde voor de zorgverleners is dat het hen helpt om het consult te structureren. Ze krijgen hiermee handvatten om samen met de patiënt de agenda van het consult te bepalen en de juiste onderwerpen te bespreken. De ervaringen tot nu toe zijn heel positief.”
“Wat als projectleider heel belangrijk is voor een succesvolle implementatie is dat je goed met het team in gesprek gaat over ‘Hoe past dit nu het beste in jullie proces?’ En dat je daarbij ook de verantwoordelijkheid bij de zorgverleners legt. ‘Het zijn jullie patiënten en het is jullie tool.’ Dat is essentieel, dat de keuze door het team gedragen wordt. Als ze erachter staan is de tool echt een middel en geen doel.”
Wat ik ook als belangrijke projectleiderstaak zie, is om mogelijke drempels voor de start van de implementatie helder te krijgen. Zodat je daar tijdig op kunt inspelen en het hen zo makkelijk mogelijk kunt maken. Deels zit dat ook al in de ontwikkeling. Daar houd je al rekening met hoe de tool in de praktijk wordt ingezet. Als je daar vanaf het begin af aan goed over nadenkt, zouden er bij de implementatie geen verrassingen meer naar boven moeten komen.”
“Tevens is een centrale kick-off essentieel. Zodat het hele team bekend is met de tool en weet ‘We gaan nu beginnen.’ Met de maandelijkse ZorgKeuzeLab-rapportages kan ik aan het team laten zien hoe de gespreksstarter wordt gebruikt. Dit geeft mij als projectleider goede handvatten om te kijken waar eventuele knelpunten liggen en waarover we het gesprek moeten aangaan. Vergeet ook niet om successen samen te vieren!”
In het Experiment Uitkomstindicatoren is tevens de Borstkanker nacontrole keuzehulp ontwikkeld volgens een soortgelijk proces. Anne is betrokken bij de implementatie hiervan. “De implementatie van deze keuzehulp had iets meer voeten in de aarde. Het gesprek over de inrichting van de nacontrole werd eigenlijk nog niet gevoerd, dus dit was een nieuw keuzemoment. Er was al wel langer discussie gaande over de inrichting van de nacontrole. Moet het ieder jaar, moet het zo uitgebreid, moet het 5 jaar lang? Het doel van deze keuzehulp is om in overleg met de patiënt de best passende zorg te vinden, niet iedere patiënt hoeft standaard elk jaar terug te komen.
Met behulp van de Borstkanker nacontrole keuzehulp wordt het gesprek aangegaan over de personalisatie van de nacontrole. In de keuzehulp wordt gebruik gemaakt van het INFLUENCE 2.0 nomogram, ontwikkeld door UTwente, IKNL en Evidencio. Hiermee wordt het persoonlijk risico berekend op locoregionaal recidief (terugkeer in dezelfde borst of borstgebied) en op een tweede primaire tumor (in de andere borst). Op basis van het persoonlijk risico en de voorkeur van de patiënt wordt samen een keuze gemaakt voor het best passende nacontrole traject. Daarnaast wordt ook de veelvoorkomende misconceptie weggenomen dat het risico op uitzaaiingen onderdeel van de nacontrole is, terwijl dat niet het geval is. Er wordt explicieter gemaakt wat het doel is en welke keuzes er zijn voor de nacontrole. Tevens worden nacontrole en nazorg meer gescheiden.”
De implementatie is in 2020 in de Santeon ziekenhuizen van start gegaan. “De meeste zorgverleners zien de meerwaarde van de keuzehulp in het duidelijk afbakenen van de nacontrole. Het maakt duidelijk wat eronder valt, wat we doen en waar we naar kijken. En wat dus niet. Als je weet wat je eigen risico is, kan eenieder daar haar eigen afweging in maken. Het feit dat je het gesprek met patiënten hierover voert en het traject op maat wil inrichten, geeft patiënten veel zekerheid. We horen van zorgverleners terug dat na het doornemen van de keuzehulp patiënten zekerder en beter voorbereid in de spreekkamer terugkomen.”
“Ik ben wel heel trots op wat we in zo’n korte tijd vanuit het niets hebben neergezet. We hebben iets ontwikkeld dat zowel inhoudelijk als qua vorm een behoefte vult. Waarmee we het leven van de patiënt én zorgverlener een stukje makkelijker en beter maken. Een zorgverlener uit het Catharina Ziekenhuis gaf aan: “Het gaat over het juist informeren van je patiënt. Om samen een keuze te maken en niet om een keuze af te dwingen. Je bereid mensen voor om optimaal geïnformeerd een keuze te maken over hun eigen behandeling.” Dat is het doel wat we willen bereiken!”
Onze keuzehulpen inzetten in jouw ziekenhuis? Bij alle teams is het gebruik binnen 3 tot 6 maanden routine geworden. Met ons implementatiepakket maken we het jou zo makkelijk mogelijk!
Vraag een proefpakket aan voor de Borstkanker nacontrole keuzehulp en voor die van Anti-hormonale therapie na borstkanker.
De Borstkanker keuzehulp is voor vrouwen met borstkanker. Het helpt bij de keuze tussen een borstsparende behandeling en een volledige borstverwijdering met of zonder reconstructie. De keuzehulp biedt indien een patiënt daarvoor in aanmerking komt ook informatie over neo-adjuvante systemische therapie.
De Borstreconstructie keuzehulp is voor vrouwen met de diagnose borstkanker of DCIS die verwezen worden naar de plastisch chirurg om een directe borstreconstructie te bespreken bij een volledige borstverwijdering.
In 2021 begon Sanne als mammachirurg bij het Bravis Ziekenhuis. Bij de vakgroep urologie was de Prostaatkanker keuzehulp toen al 2 jaar in gebruik. Sanne vertelt waarom ze ook vanuit het mammateam keuzehulpen wilden inzetten: “Wij vonden het belangrijk om patiënten nog meer te betrekken bij beslissingen over de behandelkeuze. We horen hier best vaak ‘Dokter zeg jij maar wat het beste is.’ Wij wilden patiënten hier graag een actievere rol in geven. Wat we ook een mooi aspect vonden, is dat je mensen iets mee kunt geven na het gesprek wat ze thuis rustig kunnen nalezen. Tevens wilden we patiënten, in de praktijk vaker jonge vrouwen, meer gestructureerde informatie over borstreconstructie kunnen aanbieden. Zodat zij goed geïnformeerd hun keuze kunnen maken.”
“Wat ik heel fijn vind aan de keuzehulpen, is dat we al onze patiënten een betrouwbare bron van informatie kunnen bieden. Het is ook mooi om te zien dat door het gebruik van de keuzehulp het gesprek met de familie wordt aangewakkerd. In de spreekkamer zijn de kinderen er bijvoorbeeld vaak niet bij. Ik heb het idee dat door het meegeven van de keuzehulp zij vaker bij beslissingen betrokken worden. Er wordt thuis meer samen gesproken over de behandelmogelijkheden en uiteindelijke beslissing. Dat vind ik een mooie meerwaarde.”
In de spreekkamer wordt het uitreikvel van de keuzehulp gebruikt. Hiermee licht de chirurg de diagnose en behandelopties toe. “Het uitreikvel helpt me bij de uitleg. Je moet natuurlijk alsnog specifieke aspecten over de keuze en behandeling met de patiënt bespreken en afwegen, maar het ondersteunt hier goed bij. Dat je er ook op kunt tekenen is prettig. In de kamer waar we de patiënten spreken, ligt het blok met uitreikvellen op het bureau. Zo zijn ze tijdens het consult altijd bij de hand. We hebben net de nieuwe versie van het uitreikvel gekregen, hierop kunnen ook de tumoreigenschappen worden aangekruist. Die aanvulling van graad, receptorgevoeligheid en grootte van de tumor is heel fijn.”
De Borstkanker keuzehulp is voor vrouwen met mammacarcinoom waarbij een borstsparende behandeling mogelijk is, met of zonder neo-adjuvante systemische therapie. Met als alternatief een volledige borstverwijdering met of zonder (directe) borstreconstructie. “Een deel van de patiënten komt na het doornemen van de keuzehulp terug met vragen of komt op een andere beslissing uit. Maar het gebeurt niet zo vaak dat naar aanleiding van de keuzehulp de keuze wijzigt. We merken dat als het borstsparend kan, dat mensen die keuze vaak al gemaakt hebben voor ze de keuzehulp krijgen. We horen van de mammacare verpleegkundigen dat als deze patiënten thuis de keuzehulp doornemen, dat ze daarmee gesterkt worden in hun keuze. Het geeft hen bevestiging, dat is heel prettig.”
De Borstreconstructie keuzehulp wordt ingezet voor patiënten die verwezen worden naar de plastisch chirurg om directe borstreconstructie te bespreken bij een volledige borstverwijdering. “Voor het gesprek met de plastisch chirurg geven wij als oncologisch chirurgen de keuzehulp aan de patiënt mee. Dat maakt veel verschil in het gesprek bij de plastisch chirurg. Mensen weten dan al beter wat ongeveer de mogelijkheden zijn. Soms krijgen mensen een bepaalde voorkeur, waarvan nog niet duidelijk is of dat ook voor hen een reële optie is. Wij informeren ze daar zo goed mogelijk over.
“Ik vind het ook ontzettend waardevol voor onze patiënten die neo-adjuvant behandeld worden. Patiënten die naar aanleiding van de chemotherapie misschien naar een ander soort operatie gaan. Als chirurg verlies je die patiënten in het begin een tijdje uit het oog, omdat ze de eerste maanden bij de oncoloog onder de hoede zijn. Maar dan heb je ze het uitreikvel al wel meegegeven. Daarop heb je al uitgetekend, hoe het er nu uitziet, wat er nu kan en wat er misschien straks mogelijk is. Dat geeft voor patiënten veel houvast.
We zien dat ze nu vaker eerder in het traject bij ons op gesprek komen om hun mogelijkheden te bespreken. We kunnen ze dan ook eerder naar een plastisch chirurg verwijzen. Doordat ze het uitreikvel thuis weer tegenkomen en denken ‘Die operatie komt dichterbij, en wat wil ik eigenlijk?’ Ze zijn daar nu veel bewuster mee bezig in die periode van chemotherapie. Een gunstige zaak.”
“Er komen nu ook wel eens hele andere vragen over iets dat patiënten in de keuzehulp hebben gelezen. Soms moet je dan wat extra uitleggen tijdens het consult. Maar dat past eigenlijk wel bij deze tijd vind ik. Dan kom je misschien niet op de geijkte route uit, maar bespreek je wel heel individueel wat de patiënt belangrijk vindt. Dat wakkert het gebruik van de keuzehulpen aan, dat vind ik mooi. De patiëntenparticipatie wordt er wel degelijk door vergroot.”
Onze keuzehulpen inzetten in jouw ziekenhuis? Bij alle teams is het gebruik binnen 3 tot 6 maanden routine geworden. Met ons implementatiepakket maken we het jou zo makkelijk mogelijk!
Vraag een proefpakket aan voor de Borstkanker keuzehulp en/of de Borstreconstructie keuzehulp.
Wist je dat we ook voor andere keuzes binnen borstkanker keuzehulpen hebben? Zoals de Borstkanker nacontrole keuzehulp voor het personaliseren van de nacontrole. En de Anti-hormonale therapie na borstkanker keuzehulp voor het evalueren van anti-hormonale therapie en samen beslissen hoe verder.
Wanneer je hoort dat je niet meer beter wordt, is dat erg heftig. Misschien hoopte je dat je weer gezond zou worden. Of misschien hield je al rekening met slecht nieuws. Maar wat je ook hoopte of dacht, als je te horen krijgt dat je niet lang meer te leven hebt, is dat een hele schok.
Iedereen gaat er anders mee om. Voor iedereen is het ook anders wat je belangrijk vindt in de laatste fase. Samen met de behandelteam en je naasten praten over wat jouw wensen en gevoelens zijn, kan helpen. Zo kunnen jullie samen keuzes maken over wat je nog wil aan behandelingen, in het dagelijks leven, maar ook diepe vragen over leven en de dood (levensvragen) bespreken.
Om dit keuzeproces te ondersteunen, hebben we keuzehulpen ontwikkeld voor uitgezaaide dikkedarmkanker, uitgezaaide castratie resistente prostaatkanker en uitgezaaide longkanker. Deze keuzehulpen kunnen jou helpen om met je naasten en je behandelteam samen te beslissen hoe verder.
In de keuzehulp kun je informatie lezen over de ziekte, wat je kunt verwachten van de mogelijke behandelingen. Aan de hand van een aantal vragen zet je op een rij hoe je in het leven staat, wat je belangrijk vindt voor je kwaliteit van leven, en wat jouw wensen en voorkeuren zijn. Vervolgens kan je dit bespreken met je dokter.
Heb je geen keuzehulp van jouw dokter in het ziekenhuis ontvangen? Voor deze keuzehulpen kun je zelf een inlogcode aanmaken:
Omdat de keuzehulpen voor uitgezaaide longkanker nog in onderzoeksverband worden ingezet is deze helaas daarbuiten nog niet beschikbaar. Daarnaast zijn op dit moment keuzehulpen in ontwikkeling voor uitgezaaide alvleesklierkanker, uitgezaaide nierkanker en uitgezaaide borstkanker.
Waar samen beslissen in 2015 nog in de kinderschoenen stond, is de Borstkanker keuzehulp anno 2022 geïmplementeerd bij 25 ziekenhuizen als vast onderdeel van de zorg en in de tussenliggende jaren jaarlijks geactualiseerd.
Prof. dr. Vivanne Tjan-Heijnen, internist-oncoloog bij het Maastricht UMC+ en ir. Regina The, directeur van ZorgKeuzeLab, blikken terug op hoe het ooit begon en de lessen die zij in de afgelopen 7 jaar hebben geleerd. Een ding staat voor hun beiden al vanaf het begin vast: met alleen een keuzehulp kom je er niet. Samen beslissen begint en eindigt met een goed gesprek in de spreekkamer.
Vivanne Tjan-Heijnen: “We wilden een keuzehulp ontwikkelen vanuit het uitgangspunt hoe je zoveel mogelijk waarde kunt creëren voor patiënten én zorgverleners. We kwamen er op uit om een keuzehulp te ontwikkelen voor de keuze een borstsparende behandeling of een volledige borstverwijdering. Tijdens de discussies in het ontwikkel-traject bleek dat je deze keuze niet los kunt zien van neo-adjuvante chemotherapie om borstsparend mogelijk te maken en reconstructie om borstbehoud voor elkaar te krijgen. Zo deden we het in de spreekkamer dus wilden dit ook in de keuzehulp.”
Regina The: “We wilden een keuzehulp ontwikkelen waar brede consensus voor is. Door alle stakeholders uit een breed netwerk te betrekken bij de ontwikkeling, hielp het om alle perspectieven te begrijpen. Dit is belangrijk, omdat voor gebruik in élke spreekkamer breed draagvlak nodig is. Het ‘not-invented-here syndroom’ is in de zorg heel sterk. Door heel breed mensen te betrekken, rekening te houden met alle perspectieven en de tijd te nemen in het gesprek, kun je dit doorbreken.“
Vivanne: “Implementeren van de keuzehulp in de dagelijkse praktijk ging niet vanzelf, zelfs niet in ons ziekenhuis waar de keuzehulp is ontwikkeld. De enige manier om het gebruik duurzaam te maken is door continu te monitoren, evalueren, actualiseren en door te ontwikkelen. ZorgKeuzeLab is hierin een goede partner. Zij hebben de inhoudelijke kennis en ook de expertise om het gebruik op de agenda te houden en pro-actief te blijven vragen hoe de keuzehulp beter kan. Dit is écht nodig, anders zakt het in.”
Regina: “Het is al heel breed vastgelegd dat implementatie niet vanzelf gaat. Nederland is internationaal gezien voorloper, maar we hebben nog een lange weg te gaan om het vanzelfsprekend te maken in élke spreekkamer. Het blijft mensenwerk. Uit de ervaring die we in de afgelopen jaren hebben opgebouwd, zie ik dat deze bouwstenen essentieel zijn voor succesvolle implementatie:
Regina: “Een keuzehulp is nooit af. Actualisatie en doorontwikkeling horen erbij. Dit kun je niet los zien van implementatie op de werkvloer. Het is een cyclisch proces. Wat belangrijk is om kennis van de richtlijn te hebben. Zo kunnen updates in de richtlijn gekoppeld worden aan updates van de keuzehulp. De samenwerking met onze medisch partners is daarvoor cruciaal. Wij zorgen vervolgens voor het continu verzamelen van feedback van patiënten en zorgverleners die de keuzehulp gebruiken. Met al deze input kunnen we samen de keuzehulp actualiseren en doorontwikkelen.”
Vivanne: “Daarbij is het belangrijk dat er continuïteit is in opgebouwde kennis en relaties. Je wilt dat opgebouwd vertrouwen en kennis over de afwegingen en gevoeligheden uit eerdere discussies behouden blijven.”
Regina: “Door samen zorgvuldig de keuzehulp te ontwikkelen, actualiseren én implementeren zorgen we er voor dat de patiënt op het juiste moment betrouwbare informatie krijgt die past bij haar situatie én er ruimte is voor de patiënt en haar zorgverlener om samen te beslissen.”
Vivanne: Ik werk graag samen met ZorgKeuzeLab, omdat ze het hele proces begeleiden van ontwikkeling tot implementatie en voor de lange termijn betrokken blijven. Dat heeft de kwaliteit van de zorg in heel Nederland op een hoger peil gebracht."
Wil je keuzehulpen inzetten ter ondersteuning van samen beslissen? Bij al onze teams is het gebruik van de keuzehulpen binnen 3 tot 6 maanden routine geworden. Vraag hier een proefpakket aan om het vrijblijvend uit te proberen:
Bekijk hier een overzicht met al onze keuzehulpen. Staat het onderwerp waar je graag een keuzehulp bij zou willen inzetten er nog niet bij? Neem contact op met Regina The via regina@zorgkeuzelab.nl. Mogelijk loopt er al een aanvraag voor de ontwikkeling van die keuzehulp, of kunnen we samen nadenken over de initiatie hiervan.
Keuzehulpen worden steeds meer gebruikt in de gezondheidszorg, bijvoorbeeld om samen te beslissen met een dokter of om zelf een geïnformeerde beslissing te nemen. Er is veel bewijs voor de positieve effecten van keuzehulpen.
Toch zijn er ook steeds meer aanwijzingen dat keuzehulpen niet optimaal gebruikt worden door mensen uit kwetsbare groepen, zoals ouderen, mensen met een migratie-achtergrond, mensen met lage gezondheidsvaardigheden en/of lage numerieke vaardigheden.
In het najaarssymposium van het Amsterdam Centre for Health Communication (ACHC) en RISC Amsterdam wordt ingegaan op de verschillende onderdelen van keuzehulpen en wat we weten uit wetenschappelijk onderzoek en de praktijk. Wat maakt het gebruik van een keuzehulp moeilijk en wat kan er beter voor mensen uit kwetsbare groepen? Wat zijn goede voorbeelden? Waar liggen nog knelpunten?
In het symposium worden theorie en praktijk bij elkaar gebracht door sprekers met diverse achtergronden. Zo geeft Regina The van het ZorgKeuzeLab een inkijkje in hoe we de ontwikkeling van een keuzehulp aanpakken.
Bekijk hier het volledige programma.
Vrijdag 25 november 2022
11:45 - 17:00 uur (inclusief lunch en borrel)
Locatie: Amsterdam, Roeterseiland Campus
Contact: ACHC-fmg@uva.nl
Deelname is gratis.
Schrijf je hier in!
In 2014 is de Nederlandse richtlijn voor urine-incontinentie voor tweede- en derdelijnszorg aangepast. Vrouwen met urineverlies bij inspanning, ofwel stressincontinentie, kregen eerder het advies om de behandeling te starten met bekkenfysiotherapie. Het nieuwe advies is dat vrouwen in overleg met hun behandelaar kunnen kiezen tussen bekkenfysiotherapie of een operatieve behandeling. Deze keuze is mede afhankelijk van de voorkeur van de vrouw.
We wilden het keuzeproces ondersteunen met een keuzehulp. Samen met een onderzoeksgroep van het Radboudumc, UMC Utrecht en ZorgKeuzeLab hebben we deze ontwikkeld.
Ik heb behoeftenondezoek uitgevoerd onder gynaecologen, urologen, huisartsen en fysiotherapeuten. Een grote meerderheid gaf aan een keuzehulp te willen gebruiken. Daar ben ik erg blij mee! Ze gaven aan er vanuit te gaan dat een keuzehulp behulpzaam kan zijn voor vrouwen, dat ze hierdoor beter geïnformeerd zijn en beter deel kunnen nemen aan een keuzegesprek met de arts.
Veel ondervraagden gaven aan de keuzehulp mogelijk niet te gaan gebruiken als het ze extra tijd zou kosten. Maar onderzoek laat zien dat het meestal maar gaat om een geringe of zelfs geen tijdstoename van het consult. Het kost dus geen of weinig extra tijd. En je hebt wel de meerwaarde dat mensen beter geïnformeerd zijn, meer betrokken en meer tevreden over de keuze. Het is belangrijk om dit te benadrukken bij artsen als je de keuzehulp gaat introduceren en implementeren.
Artsen gaven ook behoeften te hebben aan een evidence-based inhoud, gebaseerd op bestaande richtlijnen. En ook dat behandelopties onafhankelijk worden weergegeven, zonder voorkeur voor een bepaalde behandeling. Verder gaven ze aan dat het belangrijk is dat de teksten begrijpbaar zijn. We hebben daarom een taalkundige ingeschakeld, die gespecialiseerd is in eenvoudige teksten, om te zorgen dat de keuzehulp voor een zo groot mogelijke groep gebruikers goed leesbaar en te begrijpen is. Ook hebben we illustraties laten maken die de uitleg ondersteunen, en daardoor nog makkelijker te begrijpen maken.
Bij de introductie van de keuzehulp in een nieuw centrum, stippen we alle bovengenoemde punten aan. We leggen de winst uit die er is voor patiënten: ze kunnen gemakkelijker een besluit nemen, ze zijn beter op de hoogte van relevante informatie. Ook besteden we veel aandacht aan hoe het gebruik in te passen is in de dagelijks routine op de polikliniek, zodat het zo min mogelijk extra tijd kost. En natuurlijk benoemen we de wetenschappelijk verantwoorde en onafhankelijke inhoud.
Hier heb ik ook een artikel over geschreven. Dat is nu ter publicatie aangeboden aan een wetenschappelijk tijdschrift dus ik kan daar nu inhoudelijk nog niets over zeggen. Graag vertel ik je daar later meer over!
Voor wie is de keuzehulp?
Voor vrouwen met matige tot ernstige predominante stressincontinentie klachten. Dit betekent meerdere keren per week urineverlies (Sandvik index) bij inspanning en eventueel in mindere mate last van urge incontinentie.
De keuzehulp is nu in gebruik bij 8 ziekenhuizen. Bij alle teams is het gebruik van de keuzehulp binnen 3 tot 6 maanden routine geworden. Met ons implementatiepakket maken we het uw team zo makkelijk mogelijk.