Wilma: Dit is een patiëntengroep die zich niet kan voorbereiden op een opname. Het betreft altijd een acuut gebeuren met grote emotionele impact. Daarnaast spelen vaak allerlei neurologische problemen, waardoor communicatie lastig is. Goede informatievoorziening aan deze patiënten en naasten is dus extra belangrijk. Waarbij naast diagnose en behandeling ook aandacht is voor wat het betekent voor de patiënt.
Pieter: In het begin was ik wel wat sceptisch. We hoorden enthousiaste verhalen over de keuzehulpen voor behandeling van borstkanker en prostaatkanker. Daar is ook een duidelijke keuze te maken. In eerste instantie dacht ik voor CVA valt er niet zoveel te kiezen, voor 80% staat de keuze vast en bij 20% is er een keuze. Voor mij was het echt een eye-opener dat er toch vaker iets te kiezen valt dan ik dacht.
Wilma: Ik hoor wel: “Ja het is toch duidelijk waar deze patiënt heen gaat. Dus waarom moeten we die patiënt dan nog een keuzehulp geven?” Dan leg ik uit, ja voor ons is het duidelijk. Maar juist het meenemen van de patiënt in dat proces is belangrijk en de informatie die ze thuis kunnen naslaan is van toegevoegde waarde. Je ziet dat samen beslissen niet zo makkelijk is als artsen soms denken. De keuzehulp helpt dan om de patiënt een stem te geven.
Pieter: Ja, ook als er niks te kiezen valt en het duidelijk is wat de ontslagbestemming wordt, ondersteunt de keuzehulp heel goed bij de informatievoorziening. Patiënten zijn beter geïnformeerd en weten beter wat hen te wachten staat. Ze snappen ook beter waarom een bepaalde keuze gemaakt is. De keuzehulp heeft zo alles bij elkaar mijn verwachting overtroffen.
Annerije: We hebben vooraf een implementatieteam samengesteld en heel goed besproken welke discipline verantwoordelijk is voor welke taak. De verpleegkundigen en secretaresses maken bij ons de uitreikvellen voor de keuzehulp klaar. De verpleegkundige die de patiënt die dag verzorgt, vult het keuzehulp uitreikvel in met daarop de diagnose en NIHSS-score en geeft dit aan de patiënt. Diezelfde verpleegkundige geeft ook de voorlichting aan de patiënt. Daarna laten wij het aan de patiënt en de familie om de keuzehulp in te vullen. Dat is soms best lastig, in hoeverre laat je het helemaal los of houd je toch vinger aan de pols. De medisch specialist vraagt bij de visiteronde na of de keuzehulp is ontvangen, of er vragen zijn en of het lukt met invullen. Daarna wordt de ingevulde keuzehulp besproken in het MDO en in het familiegesprek als leidraad gebruikt.
Annerije: We scoren hoog op het uitreiken van de keuzehulp, de verpleegkundigen en secretaresses zitten daar goed bovenop. Maar het uitreikvel blijft daarna wel eens op het nachtkastje van de patiënt liggen. Deels speelt de houding van de patiënt hierin een rol, de ene patiënt heeft er meer behoefte aan dan een ander om mee te denken. Maar wat wel erg helpt is het benoemen van de keuzehulp bij opname. Dat het proces voor de patiënt duidelijk is. We willen met u in gesprek: wie bent u, wie was u voor deze opname en vooral ook, waar gaan we met z'n allen naartoe? Door direct de voorlichting te geven over de volgende stap, neem je de patiënt en familie al vanaf het begin mee in het proces.
We merken dat nog niet iedereen op de afdeling even goed op de hoogte is van de inhoud en het gebruiksgemak van de keuzehulp. In de keuzehulp staat bijvoorbeeld duidelijke achtergrondinformatie over een CVA en patients-like-me data, dat zijn onderwerpen waar patiënten wel echt behoefte aan hebben. De neuzen staan wel dezelfde kant op, maar iedereen bewandelt nu nog zijn eigen weg daar naartoe. Het is daarom belangrijk om iedereen de juiste scholing te geven, training gericht op implementatie en zelf te laten ervaren welke meerwaarde de keuzehulp biedt.
Annerije: Onder artsen wordt de keuzehulp als prettig ervaren. Neurologen, arts-assistenten en andere disciplines in het MDO vinden het heel fijn als ze aan de hand van de keuzehulp-samenvatting kunnen terugzien wat de patiënt wil. Daar wordt ook naar gekeken in het behandelplan. De keuzehulp samenvatting is fijne leidraad voor het familiegesprek. Ze missen de keuzehulp als die er niet is.
Bij verpleegkundigen zien we wel wat verschillen. Sommigen zien het helemaal als onderdeel van hun takenpakket en zijn er heel enthousiast over. Voor anderen voelt het als extra taak waar ze niet altijd aan toekomen. Tijdsdruk speelt ook mee, in de eerste 24 uur van opname staan er veel afspraken gepland. Volgend jaar willen we de keuzehulp meer integreren in de voorlichting die verpleegkundigen al geven. Zodat het hen bij het geven van voorlichting juist tijd kan opleveren.
Wilma: Vergeet zeker niet te luisteren naar de verpleegkundigen. Die zijn goud waard! Dat zijn de mensen die snappen wat er aan het bed gebeurt, betrek ze en luister goed naar ze.
Wilma: Ik zou de keuzehulp graag meer onderdeel van de hele zorgketen willen laten zijn. Inbedden in de verslaglegging, communicatie en overdracht naar andere instellingen. Alles wat de patiënt invult is ook nuttig voor latere lijnen. Dat zij ook zien wat de uitgangssituatie en motivatie van de patiënt was. Nu wordt er na ontslag niks meer gedaan met de informatie uit de keuzehulp, dat verdwijnt naar de achtergrond. Met een meer geïntegreerd systeem is er meer te halen uit de samenwerking met alle betrokkenen in de keten.
Pieter: Patiënten krijgen in het ziekenhuis en het revalidatietraject vaak dezelfde vragen. Het is fijn als die op eenduidige wijze op een plek terug te vinden zijn, zodat ze niet elke keer opnieuw hun hele verhaal hoeven te doen. Maar ik besef me ook dat dit soort koppelingen niet eenvoudig zijn en daar veel bij komt kijken.
Wilma: De grote winst van het afgelopen jaar is dat nu standaard de vraag komt: “Wat wil de patiënt eigenlijk? Is de keuzehulp ingevuld?” Je stapt als patiënt over de drempel van een ziekenhuis en iedereen gaat vervolgens beslissen wat goed voor jou is. Dat doen we allemaal vanuit de beste intenties, we zijn allemaal zeer gedreven professionals. Maar soms stappen we wel eens als een olifant in de porseleinkast. De verpleegkundigen aan het bed hebben daar al meer gevoel voor, maar we merken nu overal dat stapje voor stapje de bewustwording en het besef groeit dat we het écht samen moeten doen: de artsen, de verpleegkundigen en de patiënt.
Ook aan de slag met de CVA keuzehulp!
Voor wie is de CVA keuzehulp?
De CVA keuzehulp is de eerste klinische keuzehulp. Deze is bedoeld voor mensen die een cerebrovasculair accident (CVA) hebben gehad en hiervoor in een ziekenhuis zijn opgenomen. De keuzehulp ondersteunt patiënten en zijn behandelteam bij het maken van een weloverwogen keuze voor de ontslagbestemming.
Bij alle teams is het gebruik van de keuzehulp binnen 3 tot 6 maanden routine geworden. Met ons implementatiepakket voor de CVA keuzehulp maken we het uw team zo makkelijk mogelijk.
De medische inhoud is gebaseerd op actuele wetenschappelijke kennis en de Nederlandse richtlijn, opgesteld door de NVN en is geactualiseerd met kennis van de landelijke werkgroep. De keuzehulp is goedgekeurd door de Nederlandse Vereniging voor Neurologie en Hersenletsel.nl.
De CVA ontslagbestemming keuzehulp is een initiatief van Santeon met ZorgKeuzeLab als ontwikkel- en implementatiepartner. Meer over de CVA keuzehulp.