Blog Berichten uit 2014
Ir. Regina The
Ir. Regina The
Algemeen directeur
ZorgKeuzeLab

Ontwikkeling borstkanker keuzehulp met MUMC+

Samen met prof. dr. Viviane Tjan-Heijen, medisch oncoloog, het multidisciplinaire mammateam van het MUMC+ en een onderzoeker, zijn we afgelopen november gestart met de ontwikkeling van een keuzehulp voor vrouwen met vroegstadium borstkanker. Prof. dr. Trudy van der Weijden, hoogleraar implementatierichtlijnen, leidt het implementatieonderzoek.

Eén op de zeven vrouwen krijgt in haar leven een keer te maken met borstkanker. Dit betekent dat jaarlijks ongeveer 12.500 duizend vrouwen in Nederland de diagnose borstkanker krijgt. Borstkanker is daarmee de meest voorkomende vorm van kanker in Nederland. De afgelopen jaren volgen de ontwikkelingen rond de behandelingen voor borstkanker elkaar zeer snel op. Dit brengt niet alleen een betere overlevingskans met zich mee, maar ook een hogere kwaliteit van leven voor patiënten.

Behandelkeuzes bij vroegstadium borstkanker
Voor vrouwen met vroegstadium borstkanker zijn vaak twee gelijkwaardige behandelingen mogelijk: een borstsparende behandeling of een volledige borstverwijdering. Kiezen vrouwen voor een volledige borstverwijdering, dan kunnen ze vaak ook nog kiezen of ze hun borst willen laten reconstrueren of niet. Momenteel kiest 72% van de patiënten voor een borstsparende operatie en 28% voor een volledige borstverwijdering (ablatio mammae).

Afhankelijk van het tumorprofiel kunnen patiënten in dit stadium ook in aanmerking komen voor aanvullende chemotherapie én kunnen ze kiezen voor het moment waarop ze dit willen starten: voor of na de operatie. Ook hier geldt dat de keuze afhankelijk is van de voorkeur van de patiënt.

Het is voor patiënten moeilijk om te kiezen tussen deze behandelopties. Welke behandeling het beste is, hangt vaak af van de persoonlijke voorkeur van de patiënt. Daarnaast blijkt uit onderzoek vaak dat artsen denken te weten wat hun patiënt belangrijk vindt. Zo wijst onderzoek uit de VS uit dat 72% van de artsen denkt dat borstbehoud de voorkeur heeft. In werkelijkheid blijkt dat dit voor 7% van de patiënten geldt.

Onderzoek
Aan de keuzehulp is ook wetenschappelijk onderzoek gekoppeld, deze zal worden uitgevoerd onder leiding van prof. dr. Trudy van der Weijden, hoogleraar implementatierichtlijnen aan het MUMC+. De keuzehulp zal in maart 2015 gereed in onderzoeksverband in gebruik worden genomen door het mammateam van het AMC, het LUMC, het Alexander Monroe ziekenhuis en het MUMC+. Het implementatie onderzoek naar deze keuzehulp is mede mogelijk gemaakt door stichting Pink Ribbon.

Meer weten?
Heeft u naar aanleiding van het bovenstaande vragen? Neem dan contact op met:
Regina The, regina@zorgkeuzelab.nl, 06-24220053

Deel dit artikel:
LinkedIn icon Twitter icon

Ir. Regina The
Ir. Regina The
Algemeen directeur
ZorgKeuzeLab

Prostaatkanker keuzehulp door naar finale Medisch Contact Communicatieprijs

De prostaatkanker keuzehulp die we hebben ontwikkeld in samenwerking met dr. Paul Kil van het Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis in Tilburg en de universiteit van Tilburg, is naast 4 andere initiatieven genomineerd voor de finale van de Medisch Contact Communicatieprijs 2014. De Stichting Voorlichting Patiënten (SVP), initiatiefnemer van de prijs, selecteerde negen projecten uit 63 inzendingen. Een deskundige jury koos daar vijf genomineerden uit.

Samen kiezen bij prostaatkanker

De keuzehulp bestaat uit een interactieve website die patiënten met gelokaliseerd prostaatkanker helpt de goede behandeling te kiezen. Voor deze groep patiënten zijn meerdere behandelingen mogelijk, waarbij de keuze afhangt van de voorkeur van de patiënt. Dat is voor een patiënt vaak een moeilijke keuze.

Hoe werkt het in de praktijk?
Tijdens het diagnose gesprek krijgt de patiënt de keuzehulp "op recept" mee van de uroloog. Thuis kan de patiënt alle informatie nalezen en zijn afwegingen op een rij zetten. Op een samenvatting is een overzicht te zien van zijn afwegingen en voorkeur, die hij in het vervolggesprek kan bespreken.

Stemt u ook op ons?
Wilt u ook dat dit project de eerste plek bemachtigt? Ga dan naar Medisch Contact om uw stem uit te brengen. Het initiatief met de meeste stemmen wint de felbegeerde Communicatieprijs.

Deel dit artikel:
LinkedIn icon Twitter icon

Dr. R.E.D. Lamers
Dr. R.E.D. Lamers
Uroloog
Anna Ziekenhuis

Prostaatkanker keuzehulp op het SMDM congres in Miami

Van 18 tot 23 oktober werd door de Socieity for Medical Decision Making (SMDM) de “Annual North American Meeting" georganiseerd. Dit jaar vond dit congres plaats in Miami, Florida. Romy Lamers, arts-onderzoeker bij het St. Elisabeth Ziekenhuis in Tilburg, is naar Miami afgereisd om de keuzehulp voor gelokaliseerd prostaatkanker te presenteren.

IMG_5837Op het congres is een poster gepresenteerd over de ontwikkeling van de keuzehulp en het implementatieonderzoek. De implementatie van de keuzehulp wordt nu namelijk in onderzoeksverband bestudeerd, daarbij zijn 18 ziekenhuizen in Nederland betrokken.

Romy Lamers: "Er waren veel enthousiaste reacties van mensen die zelf bezig zijn met de ontwikkeling van een keuzehulp. Zo sprak ik onder andere met een PhD student uit Saint Louis die voor haar onderzoek de een internationale review had gedaan naar keuzehulpen voor prostaatkanker. Een van haar conclusies was dat veel keuzehulpen zonder betrokkenheid van urologen zijn ontwikkeld. Zo blijkt onze aanpak uniek met een multidisciplinaire ontwikkelteam bestaande uit urologen, psychologen en ingenieurs en patiënten."

Zo blijkt onze aanpak uniek met een multidisciplinaire ontwikkelteam bestaande uit urologen, psychologen en ingenieurs en patiënten.
- Romy Lamers

Waarom een keuzehulp voor prostaatkanker?
Voor prostaatkanker in een vroeg stadium zijn meestal meerdere gelijkwaardige behandelingen mogelijk: operatie, bestralen of afwachten met de behandeling. Het is voor patiënten moeilijk kiezen tussen deze behandelopties. Welke behandeling het beste is, hangt namelijk vaak af van de bijwerkingen van deze keuze. In deze keuzehulp worden patiënten ondersteund bij het benoemen wat zij belangrijk vinden, zodat hier rekening mee gehouden kan worden bij de behandelkeuze.

Eerder dit jaar is daarom een keuzehulp ontwikkeld door stichting Delectus, het ZorgKeuzeLab en de universiteit van Tilburg, die patiënten en artsen ondersteund bij de keuze voor de juiste behandeling

Uitbreiding naar andere aandoeningen binnen de urologie
Naast de keuzehulp voor gelokaliseerd prostaatkanker, hebben we met deze aanpak ook gezamenlijk een keuzehulp ontwikkeld voor goedaardige prostaatvergroting en gaan we deze maand van start met de ontwikkeling van een keuzehulp voor uitgezaaide prostaatkanker. Het onderzoek van Romy Lamers zal zich ook richten op ontwikkeling en implementatie van deze keuzehulpen.

Deel dit artikel:
LinkedIn icon Twitter icon

Ir. Regina The
Ir. Regina The
Algemeen directeur
ZorgKeuzeLab

Lancering keuzehulp voor vergrote prostaat (BPH)

Vandaag vindt tijdens de najaarsvergadering van de NVU de lancering plaats van de keuzehulp voor goedaardige prostaatvergroting (BPH), die patiënten en artsen gaat ondersteunen bij de keuze voor de juiste behandeling. Wij hebben de afgelopen maanden, in samenwerking met de NVU onder leiding van uroloog dr. Paul Kil en zijn team hard gewerkt aan de ontwikkeling van deze keuzehulp.
 
Een vergrote prostaat wordt ook wel Benign prostaathyperplasie (BPH), is een goedaardige vergroting van de prostaat. Vaak gaat dit gepaard met plas klachten. Deze aandoening komt veel voor bij mannen van middelbare en gevorderde leeftijd. In de leeftijdsgroep van 51-60 jaar betreft dit 32 tot 52 van de 100 mannen. Bij mannen van 81 jaar en ouder gaat het om 77 tot 99 van de 100 mannen.

Welke behandeling past het beste bij mij?
Voor BPH zijn ruwweg drie gelijkwaardige behandelingen mogelijk: conservatief (leefstijl adviezen), medicamenteus en chirurgisch. Welke behandeling het beste is hangt af van de voorkeur van de patiënt. In deze keuzehulp wordt uitgelegd wat de behandelopties zijn en per optie aangegeven wat te verwachten effecten en risico's zijn. Daarnaast worden patiënten ondersteund bij het benoemen wat zij belangrijk vinden, zodat hun voorkeur meeweegt in de behandelkeuze.

Praktijkvariatie
Uit onderzoek blijkt dat bij BPH sprake is van relatief grote praktijkvariatie per ziekenhuis. Dit is het gevolg van een grijs gebied warbij het niet duidelijk is wanneer welke behandeling het verstandigste is. Daarnaast staan er in de richtlijn weinig objectieve indicatiecriteria. De preferenties van de patiënt zijn dus belangrijk bij de keuze voor het bepalen van de best passende behandeling.

Gebruiksvriendelijk platform voor patiënt en arts
Naast de BPH keuzehulp hebben wij ook een keuzehulp ontwikkeld voor gelokaliseerd prostaatkanker in samenwerking met dr. Paul Kil van het st Elisabeth Ziekenhuis en de Universiteit van Tilburg en keuzehulpen voor beginnend en gevorderd Parkinson in samenwerking met het Radboud UMC. Met de BPH keuzehulp is nu de vierde keuzehulp toegevoegd aan ons platform.

Ons doel is om zoveel mogelijk patiënten en artsen te ondersteunen met behulp van zeer gebruiksvriendelijke keuzeondersteuning. Bij de ontwikkeling besteden we daarom ook extra aandacht aan het inbedden van de ondersteuning in het zorgpad. We zijn druk bezig om ons platform verder uit te breiden naar andere ziekten.

Meer weten?
Heeft u naar aanleiding van het bovenstaande vragen? Neem dan contact op met:
Regina The, regina@zorgkeuzelab.nl, 06-24220053

bph_screenshot_2bph_screenshot_3
Deel dit artikel:
LinkedIn icon Twitter icon

Ir. Regina The
Ir. Regina The
Algemeen directeur
ZorgKeuzeLab

Kanker en ouderen: Waarom gedeelde besluitvorming noodzakelijk is

kanker en ouderenMaar liefst 1 op de 3 mensen vroeg of laat kanker krijgt. Ruim 60% is ouder dan 65 jaar. Jaarlijks komen er nu circa 60.000 oudere kankerpatiënten bij tegenover 40.000 kankerpatiënten onder de 65 jaar.
Binnen de oncologie gaan behandelkeuzes vaak gepaard met „trade-offs" tussen kwaliteit van leven en lengte van leven. Daarom is er in de meeste gevallen niet één beste behandeling voor iedereen. Het is daarom van groot belang dat bij gedeelde besluitvorming, waarbij de patiënt wordt betrokken in het keuzeproces en haar persoonlijke voorkeuren integraal onderdeel vormen, de basis vormen voor deze complexe behandelkeuzes.

Bij ouderen (≥70 jaar) is het besluitvormingsproces vaak nóg ingewikkelder. Zij vormen een speciale groep patiënten omdat de wetenschappelijke basis voor oncologische behandelingen voor ouderen vaak beperkt is, zoals ook beschreven in het SCK rapport: Kanker bij Ouderen van het KWF. Daarnaast zijn er grote verschillen in vitaliteit en kwetsbaarheid. Door de vergrijzing, de toenemende incidentie van kanker en de verbeterde overlevingskansen zal het absolute en relatieve aantal ouderen met kanker de komende jaren explosief stijgen. Naar verwachting worden in 2020 jaarlijks 77.000 nieuwe oudere kankerpatiënten verwacht tegenover 41.000 kankerpatiënten onder de 65 jaar. En daar zal het niet eindigen. De noodzaak voor geïndividualiseerde besluitvorming bij oudere kankerpatiënten is daarom bijzonder groot.

Naar verwachting worden in 2020 jaarlijks 77.000 nieuwe oudere kankerpatiënten verwacht
-

In de dagelijkse praktijk blijkt dit vaak lastig. De patiënt weet niet altijd dat er een keuze gemaakt dient te worden. Daarnaast is zij zich er niet van bewust dat haar voorkeuren en wat zij belangrijk vindt een rol kan spelen in het besluitvormingsproces. Voor een arts is het niet altijd eenvoudig om patiënten bij dit keuzeproces te betrekken. Ze ervaren vaak enorme tijdsdruk, en hebben het idee dat het betrekken van de patiënt bij de behandelkeuze veel extra tijd in beslag zal nemen. Daarbij denken ze wel te weten wat hun patiënt graag wil. Uit onderzoek blijkt echter dat dit vaak niet het geval is. Ook beschikken ze niet altijd over de juiste tools en communicatievaardigheden om patiënten op de juiste manier te betrekken.

De patiënt weet niet altijd dat zij een keuze heeft.
-

Zowel patiënt en arts hebben behoefte aan ondersteuning bij het besluitvormingsproces:

  • De patiënt moet weten dat zij een keuze heeft, weten wat zijn opties zijn en de voor-en nadelen hiervan. Begrijpen dat haar voorkeuren belangrijk zijn bij de keuze en vervolgens is ondersteuning krijgen bij het maken van de afwegingen.
  • De medisch specialist heeft ondersteuning nodig om haar patiënt op de juiste manier te betrekken in het keuze proces en te achterhalen wat belangrijk is voor de patiënt. Daarnaast kan een arts in het huidige systeem alleen vergoeding aanvragen voor een behandeling. Voor ondersteuning bij het maken van persoonlijke afwegingen of geen behandeling krijgt zij nu nog geen vergoeding. Een aandachtspunt voor de zorgverzekeraar: invoeren van kijk- en luistergeld zodat artsen ook de tijd krijgen om hiermee aan de slag te gaan.
  • De huisarts kan ook een belangrijke rol spelen, zij is vaak al optimaal geïnformeerd door comorbiditeiten, de ervaringen bij eerdere behandeltrajecten en het sociale netwerk van de patiënt. Om dit mogelijk te maken is goede samenwerking tussen de eerste en tweede lijn nodig die ingebed is in beide organisaties.

Wij werken graag mee aan het ondersteunen van patiënten en artsen in de eerste- en tweede lijn om het gezamenlijke besluitvormingsproces te verbeteren. Heeft u ideeën en wilt u hier ook graag mee aan de slag? We horen het graag.

Deel dit artikel:
LinkedIn icon Twitter icon

Ir. Regina The
Ir. Regina The
Algemeen directeur
ZorgKeuzeLab

Workshop highlights: implementation of SDM

Over the past few years the field of Shared Decision Making has developed rapidly. The main topic of discussion these days is: How can we move to structural implementation? Marjan Faber of IQ healthcare, Radboudumc, organised a workshop today together with Glyn Elwyn from the PreferenceLab, Dartmouth College. Here you can read a short summary of the workshop.

Researchers behind the MAGIC and CollaboRATE programmes were invited to share their experiences. Also current initiatives within the Netherlands were presented by NPCF, Maastricht UMC+ and Radboudumc.

Measuring effects to fuel implementation
Amy Lloyd from Cardiff University and Rachel Thompson from Dartmouth College shared their experiences on SDM measurement tools.

What to measure is not evident. Patient satisfaction is too broad, since this is more linked to service oriented aspects, such as waiting time. Regret has often been used as a measure, but what does it entail exactly and how does timing of measurement influence the outcome? Another option is the quality of the decision, which measures how well the patient preference matches with the chosen treatment. Patient involvement in the decision process is arguably a good measure, but also complex.

Amy shared insight on the five tools she tested in the MAGIC programme: team feedback tool, SDM questionnaire, OPTION instrument, Decision Quality Measure and the SURE test. Her main conclusions were:

  • It’s difficult to find the right tool, many have a high ceiling effect, meaning all healthcare professionals have a high performance score, even though we know this is not the case
  • Measuring outcome as part of a research setting is relatively simple, but labour intensive. For implementation in daily practice it needs to be very easy: if an additional employee is needed, it will not happen
  • Make sure the team receives timely feedback on patient scores. For implementation succes it’s essential to combine this with training and organizational priority

Presentation_Rachel_Thompson

Rachel explained that a main goal of CollaboRATE is to develop generic, valid and scalable way of measuring SDM.
In co-creation with patients three questions were developed to measure the perceived SDM by the patient:

  1. How much effort was made to help you understand your health issues?
  2. How much effort was made to listen to the things that matter most to you about your health issues?
  3. How much effort was made to include what matters most to you in choosing what to do next?

The patients give a score from 0 (No effort at all) to 9 (Every effort was made). The aim being the gold standard, a positive score was only given when the patient scored a 9 on all three questions.

This method was tested with over 5000 patients in 19 centers. Main conclusions are: that the questionnaire is understandable, useful and can be done in 30 seconds. There was a huge variation in scores between teams, from patients evaluating 4% as the gold standard to 96%. The teams use their score to improve their daily practice and top teams are helping lower scoring teams by sharing their insights.

Trudy van der Weijden from Maastricht UMC+ introduced her project to develop an SDM intervention for breast cancer, to reduce practice variation. She plans to measure the effect by the OPTION 12 questionnaire, because there are a lot of references available for benchmarking. She is considering using the OPTION 5 questionnaire because it’s more compact.

To record or not to record?
With the rise of the smartphone, it has become very easy to make a digital recording. Glyn Elwyn introduced an interesting discussion on the trend of patients recording their consultation, with or without consent of their doctor. The main reason being: "I want to remember what is told to me". There are a few questions to consider:

  • If you are consulting with your doctor, would you consider recording?
  • Do you ask for permission, or will you just do it anyway?
  • Is it legal to do it without consent?
  • What does this do with the relationship between you and your doctor?

In some fields, such as pediatrics, it’s common practice for the healthcare provider to offer a recording to the patient for the past 30 years. This has been highly valued by patients as a useful tool to recall the consultation for better understanding. Yet in other areas this is not common practice at all.

Recording the consultation for recall by patients would transform the black box into a transparant consultation that can easily shared with loved ones. We need to find the right conditions so both doctors and patients feel comfortable with this. Join the discussion at BMJ here.

Empowering the patient
Following the successful "Ask 3 Questions" campaign in Australia and the UK, Anouk Knops of NPCF presented their plans for initiating a Dutch campaign. Most interesting conclusions were that the three questions: give patients permission to be involved in the decision making; the quality of information given was higher; and there was no difference in length of consultation.
Additionally research done among NPCF members show that 98% want to be involved in the decision making but 63% did not receive a choice between multiple options. The team is now finalizing the Dutch campaign, which will start with a pilot at Radboudumc before a nationwide implementation.

Presentation_Marjan_Faber

Marjan Faber presented the idea of the Patient Academy and asked the audience for feedback. This goal of the academy is to empower patients by teaching and training them. Courses would include:

  • Understanding your disease
  • How to make medical decisions optimally
  • Self-management
  • Understanding medical processes
  • How to communicate effectively during consultation

During the discussion that followed the patients need was validated. It is important to think about how patients are approached and who is teaching the courses. It was suggested that patient representatives should play an important role.

Deel dit artikel:
LinkedIn icon Twitter icon

Ir. Regina The
Ir. Regina The
Algemeen directeur
ZorgKeuzeLab

Welke 3 vragen stel ik aan mijn dokter?

Afgelopen week belde een vriend mij op: "Ik ben samen met mijn vriendin net bij een orthopedisch specialist geweest. Die gaf aan dat haar voorste kruisband gescheurd is en zij hiervoor een operatie moet ondergaan. Ik heb er geen goed gevoel bij. Wat kunnen we het beste doen?"

3_questions

Ik dacht toen aan een aantal vragen, gebaseerd op het onderzoek van de universiteit van Sydney en de publiekscampagne "Ask 3 Questions" van de NHS:

  • Weet je of er naast opereren ook nog andere opties zijn?
  • Heeft de arts uitgelegd wat de voor- en nadelen van elke optie zijn voor jou?

Al snel bleek dat het gesprek met de arts gehaast was verlopen. In het gesprek was naast operatie de mogelijkheid om te kiezen voor een conservatieve behandeling niet ter sprake gekomen, zoals in de NHG richtlijn en orthopedische richtlijn beschreven staat.

In één gesprek werd de diagnose gesteld en het behandelplan bepaald: eerst langs de fysiotherapeut en de komende maand zou een operatie ingepland worden. Toen was de tijd op. Het was niet in haar opgekomen dat er mogelijk ook een andere optie is.

Mijn advies was: Ga terug naar je arts en fysiotherapeut en stel hen beiden de volgende drie vragen:
1. Wat zijn mijn opties?
2. Wat zijn voor mij de voor- en nadelen per optie?
3. Wie kan mij helpen bij het maken van deze keuze?

Denk vervolgens goed na over wat voor jou belangrijk is, en maak samen met je arts en fysiotherapeut de keuze welke behandeling het beste bij jou past.

Ook in Nederland zijn er meerdere initiatieven die deze 3 vragen meer onder de aandacht willen brengen bij patiënten en artsen. Zo is onder andere het NPCF een publiekscampagne aan het voorbereiden om patiënten meer te betrekken bij de behandeling en keuze hiervan.

De campagne vraagt aandacht voor gedeelde besluitvorming en moedigt beide patiënten en artsen aan om samen te werken bij de keuze voor de behandeling.

Deel dit artikel:
LinkedIn icon Twitter icon

Ir. Regina The
Ir. Regina The
Algemeen directeur
ZorgKeuzeLab

MuON bijeenkomst over gedeelde besluitvorming

BxB0ZZFCUAEzemgMuON organiseert jaarlijks enkele netwerkbijeenkomsten om regionale zorgverleners met elkaar en met verwijzers in contact te brengen. Het thema voor het najaar 2014 is empowerment. Gisterenavond was de aftrap van een reeks van drie bijeenkomsten. Het ZorgKeuzeLab was uitgenodigd om onze visie en ervaringen over gedeelde besluitvorming te delen met het netwerk. Het voorproefje van de prostaatkanker keuzehulp die eerder dit jaar is gelanceerd werd positief ontvangen. Aansluitend vond een enerverende discussie plaats over de toepassing van gedeelde besluitvorming in de praktijk.

Over het MuON
MuON staat voor Multidisciplinair Oncologie Netwerk. Dit netwerk, actief in de regio Gelderse Vallei, brengt mensen met kanker en hun naasten in contact met de juiste hulpverleners. En het brengt hulpverleners die gespecialiseerd zijn in de begeleiding van mensen met kanker en hun naasten samen. Dit maakt het makkelijker voor zowel patiënten als hulpverleners om snel de juiste persoon te vinden. Daarnaast kunnen zorgverleners daardoor ook ervaringen en best practices met elkaar uitwisselen. Het MuON heeft een kwaliteitsbeleid met kwaliteitscriteria opgesteld. Alleen zorgverleners die hieraan voldoen kunnen zich bij het netwerk aansluiten. De aangesloten zorgverleners zijn te vinden op www.kankerinderegio.nl.

Deel dit artikel:
LinkedIn icon Twitter icon

Ir. Klemens Karssen
Ir. Klemens Karssen
Technisch directeur
ZorgKeuzeLab

Oplevering keuzehulpen voor beginnend en gevorderd Parkinson

Vandaag vindt de oplevering plaats van de Parkinson Behandelcoach, gericht op beginnend Parkinson en de Parkinson keuzehulp, gericht op gevorderd Parkinson. Beiden gaan patiënten en artsen ondersteunen bij de keuze voor de juiste behandeling.  In opdracht van Prof. dr. Bas Bloem van het Radboud UMC hebben wij de afgelopen twee jaar met dr. Bart Post, dr. Marjan Faber, Frouke Nijhuis en Wieteke van Dijk beide keuzehulpen ontwikkeld.

Parkinson Behandelcoach
Als de ziekte van Parkinson net is vastgesteld door de neuroloog, zit de patiënt vaak met veel vragen zoals: 'Wat is het precies? Welke symptomen horen erbij, en wat kan ik er aan doen? Wat is het verschil tussen de mogelijke behandelingen? Hoe ervaren lotgenoten dit?'. Daarnaast is er vaak een keuze tussen twee type medicijnen: levodopa en dopamine agonist. De Parkinson Behandelcoach biedt de patiënt en arts al ondersteuning in de spreekkamer. Daarnaast krijgen de patiënt en haar naasten de mogelijkheid om thuis alles op hun eigen tempo door te nemen.

Teamfoto_Parkinson_Keuzehulpen Teamfoto Parkinson keuzehulpen

Parkinson Keuzehulp
De Parkinson Keuzehulp faciliteert de patiënt en neuroloog bij het maken van de keuze voor een vervolgbehandeling in het gevorderde stadium van Parkinson. Er zijn vaak drie behandelingen mogelijk: apomorfine pomp, Deep Brain Stimulation (DBS) en een duodopa pomp. In de keuzehulp worden de behandelingen uitgelegd en kunnen ze met elkaar worden vergeleken. Ook wordt de patiënt ondersteund om al haar afwegingen op een rij te zetten, zodat ze goed voorbereid het keuze gesprek met de neuroloog in gaat.

De informatie is gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek met als doel een objectieve vergelijking te geven tussen de drie behandelingen. Voor het onderzoek zijn ruim 1500 wetenschappelijke papers statistisch met elkaar vergeleken.

Gebruiksvriendelijk platform voor patiënt en arts
Naast de Parkinson keuzehulpen hebben we ook een keuzehulp voor gelokaliseerd prostaatkanker ontwikkeld in samenwerking met het St Elisabeth Ziekenhuis en universiteit van Tilburg. Met de Parkinson keuzehulpen zijn nu de tweede en derde keuzehulp toegevoegd aan ons platform. Ons doel is om zeer gebruiksvriendelijke keuzehulpen te ontwikkelen die zowel de patiënt als de arts ondersteunen. Het is daarom essentieel dat de keuzehulp past binnen het zorgpad. We zijn druk bezig om het platform verder uit te breiden naar andere ziekten.

Meer weten?
Heeft u naar aanleiding van het bovenstaande vragen? Neem dan contact op met:
Regina The, regina@zorgkeuzelab.nl, 06-24220053

Deel dit artikel:
LinkedIn icon Twitter icon

Ir. Regina The
Ir. Regina The
Algemeen directeur
ZorgKeuzeLab

Verslag "Meeting of Minds Kanker en Ouderen 2014"

Afgelopen zaterdag vond de 2e editie van "Meeting of Minds Kanker en Ouderen 2014" plaats in de Fabrique te Utrecht, georganiseerd door het KWF. Dit jaar was het thema van de dag: "Communicatie voor elkaar?", waar gedeelde besluitvorming uiteraard ook een belangrijk onderdeel vanuit maakt. De gastenlijst bestond met name uit zorgverleners en patiënten, maar gezien het thema was ook het ZorgKeuzeLab aanwezig bij deze inspirerende dag.

Rudi Westendorp en publiek

Directeur van het KWF, Michel Rudolphie, trapte de meeting af, met de urgentie van het probleem. In Nederland krijgen per jaar ongeveer 100.000 mensen de diagnose kanker. 60 procent daarvan is ouder dan 65 jaar, en 40 procent ouder dan 70. Toch weet de gezondheidszorg vaak niet goed wat gangbare therapieën tegen kanker voor uitwerking hebben op de oudere patiënt doordat het klinische onderzoek zich met name richt op mensen tussen de 30-55 jaar. Daarnaast vindt er bij oudere patiënten zowel vaak overbehandeling als onderbehandeling plaats.

Voorwaarden goede communicatie met de oudere kankerpatiënt
Zo gaf Franchette van den Berkmortel, internist-oncoloog bij het Atrium Ziekenhuis, aan dat de oudere patiënt versterkt worden alvorens ze kan participeren in de besluitvorming, door de juiste informatie te krijgen en ondersteuning bij inventarisatie wat kwaliteit van leven voor de patiënt inhoudt.

Ik ben een mens met wensen en behoeften, niet alleen een patiënt met een bepaald ziektebeeld.
- patiënt

Ook was er een duidelijk pleidooi voor het vaststellen van de biologische leeftijd (cognitief vermogen, comorbiditeit, mobiliteit etc.) versus de kalenderleeftijd, van onder andere Monique Slee, internist ouderengeneeskunde bij het VUmc. Het is van groot belang om deze vast te stellen alvorens te de behandelopties te inventariseren.

Voor je echter een goed gesprek kan hebben, is het belangrijk dat de patiënt ook goed begrijpt wat de opties inhouden, maar hoe zorg je ervoor dat ondanks de verschillen in biologische leeftijd, economische achtergrond, de patiënt alle informatie goed begrijpt. Informatie op maat beschikbaar is daarin cruciaal.

Als arts moet je weten wat voor je patiënt belangrijk is: kwaliteit of lengte van leven.
- Prof. dr. Anne Stiggelbout

Tot slot is er nog een cruciaal onderdeel die helaas minder vanzelfsprekend is dan je wellicht zou verwachten, een open houding van de zorgverlener die goed luistert naar wat de patiënt belangrijk vindt en hierover in gesprek gaat.

Deel dit artikel:
LinkedIn icon Twitter icon