Tijdens mijn master psychologie heb ik onder supervisie van Sabine Siesling stage gelopen bij het IKNL, waar ik onderzoek heb gedaan naar het gebruik van het INFLUENCE-nomogram voor het personaliseren van de nacontrole van borstkanker. Toen ik hoorde dat er in een vervolgtraject zeven ziekenhuizen hiermee verder aan de slag gingen heb ik mij gelijk bij Sabine aangemeld. Nadat de focus in mijn stage op de zorgprofessional had gelegen, wilde ik tijdens mijn onderzoek ook graag de ervaring voor de patiënt verbeteren. Mijn promotieonderzoek richtte zich vervolgens op samen beslissen bij over de nacontrole na borstkanker, ondersteund door informatie over het persoonlijk risico op terugkeer van de ziekte.
In de zorg wordt veel nadruk gelegd op de behandeling. Er is hierover ook veel informatie beschikbaar. Voor het proces erna is jammer genoeg minder aandacht. Terwijl voor kankerpatiënten, en dus ook voor vrouwen met borstkanker, hier veel emoties en stress bij komen kijken. Zo is er voor veel borstkankerpatiënten maar een beperkt risico dat de ziekte terugkomt. Omdat vrouwen zich daar niet bewust van zijn, zitten vaak lang in spanning.
Met mijn promotieonderzoek wilden we dit graag verbeteren. Ik wilde er graag aan bijdragen dat mensen weer verder kunnen met hun leven ná borstkanker. Natuurlijk is het logisch dat patiënten nog angstig zijn, want hun lichaam heeft hen in de steek gelaten. Het is belangrijk om hen juist dan goed te infomeren over wat het risico daadwerkelijk is en hoe ze op een goede manier met hun angst voor terugkeer om kunnen gaan. Zo geef je mensen weer perspectief. Dan komt er ook ruimte om het gesprek te voeren over hoe ze hun leven weer kunnen oppakken. Want dat is waar je de hele behandeling voor doet.
De Borstkanker nacontrole keuzehulp is voor vrouwen die een behandeling hebben afgerond en het nacontrole traject samen in willen richten. Bijzonder aan deze keuzehulp is dat de zorgverlener tijdens de introductie het persoonlijk risico op terugkeer van borstkanker in het borstgebied inschat middels het INFLUENCE-nomogram. Dit voorspelmodel is ontwikkeld door de Universiteit Twente op basis van een grote set uitkomstgegevens van de Nederlandse Kankerregistratie. Zo kan de patiënt, mede op basis van kennis van haar persoonlijk risico, bepalen welk nacontrole schema het beste past.
De verwachtingen van zorgverleners komen niet altijd overeen met de praktijk. Hiervan heb ik geleerd dat het belangrijk is om niet alle aannames automatisch over te nemen, maar deze te blijven toetsen in de praktijk.
Tijdens mijn stageonderzoek heb ik bijvoorbeeld alleen zorgverleners geïnterviewd over het INFLUENCE nomogram. Zij gaven aan dat patiënten het waarschijnlijk heel spannend vinden om te weten wat het persoonlijke risico is op recidief en daarna te keuzes te maken over het personaliseren van de nacontrole. Gedurende mijn promotieonderzoek hebben we ook veel patiënten geïnterviewd. Daar kwam een heel ander beeld naar voren. Patiënten gaven aan dat ze de risico’s wel graag wilden weten, en gaven juist vaak aan: ‘’Het helpt me om te kiezen’’ of ‘’Daar kan ik me wel in vinden’’. Het bleek dat zorgverleners het zelf misschien gewoon spannender vinden dan ze van voren dachten.
Ook bij de implementatie zagen we verschillen in verwachtingen. We waren begonnen met een zeer goed uitgedachte strategie per ziekenhuis, maar dit bleek geen garantie voor succes. Hoe mooi het er ook op papier uit ziet, de praktijk is weerbarstig. Als we kijken naar het nacontrole traject, brachten we veel vernieuwingen in: het inschatten en bespreken van een persoonlijk risico op recidief of het ontstaan van een nieuwe borstkanker met het INFLUENCE-nomogram, en het personaliseren van de nacontrole met de nieuwe Borstkanker nacontrole keuzehulp als hulpmiddel. Dit vroeg ook om nieuwe gesprekstechnieken. Met zoveel veranderingen gaat implementatie niet vanzelf en is écht mensenwerk, maatwerk en heel hard werken.
Wat ons project echt speciaal maakte is dat we hebben meegekeken op de werkvloer en in de spreekkamer. We hebben geobserveerd hoe zorgverleners het consult voerden waarin ze het risico bespraken en de keuzehulp uitreiken én het tweede consult nadat de patiënt de keuzehulp had gebruikt en weer terugkwam om samen te kiezen hoe verder.
Door hier goed naar te kijken kwamen we erachter dat zorgverleners niet alle stappen van het samen beslissen toepasten. Vaak handelden ze, bewust of onbewust, vanuit een bepaalde aanname. Dit terwijl de kracht van samen beslissen is dat de besluiten juist niet op (onbewuste) aannames worden gebaseerd. Je begint bij wat er medisch gezien kan voor de patiënt kan en tot slot wat de patiënt wil. Door je verwachtingen als zorgverlener te blijven toetsen kom je samen tot een beter proces.
Eigenlijk niet, in tegendeel: ik heb er juist meer passie voor gekregen. Ik weet nu namelijk hoe belangrijk het is wat we doen. Ik heb gezien dat we een positief effect kunnen bereiken dat voelbaar is voor patiënten. Door het gebruik van de keuzehulp en het samen beslissen over de nacontrole zie je bijvoorbeeld dat borstkanker patiënten minder angst voor terugkeer hebben. Dit heeft mijn vlammetje alleen maar verder aangewakkerd.
Neem dan contact op met:
Jet Ankersmid-Matos Miguel
j.ankersmid@santeon.nl