“Ik denk dat we bij iedere patiënte die in aanmerking komt voor borstsparend nog bewuster benadrukken dat er een keuze is, ook al is de afwijking klein. We zien dat het gros van de patiënten al een voorkeur heeft. Ook dan geven we de keuzehulp mee, als naslagwerk. Het gebeurt zelden dat patiënten nog switchen naar een andere behandeling. Maar het doorlopen van de keuzehulp zorgt er wel voor dat patiënten beter voorbereid het gesprek aan gaan, beter geïnformeerd zijn en minder vragen hebben.” vertelt Miriam.
Sandra en Anita vullen aan: “Het werken met de keuzehulp is voor ons eigenlijk standaard geworden, het is echt onderdeel van onze werkwijze.”
Sandra: “In het MDO wordt door het mammateam besproken of een patiënt in aanmerking komt voor de keuzehulp. Zo ja, dan wordt dat genoteerd in het verslag van het MDO en de conclusie verschijnt ook in het EPD. Dat werkt direct als een reminder voor tijdens het consult met de chirurg. Meestal zijn we als verpleegkundig specialist aanwezig bij het gesprek. Mocht dit niet zo zijn, dan is de reminder handig voor de chirurg.”
Mirjam vertelt daarnaast: “De afgelopen jaren hebben we wel wat wisselingen gehad in het team. We hebben aan de nieuwe chirurgen steeds uitgelegd wat onze werkwijze is. Daar horen samen beslissen en de keuzehulp gewoonweg bij. Met een betrokken team en goede introductie van de werkwijze aan nieuwe teamleden hoeft het helemaal niet zo ingewikkeld te zijn. Ook kost het inzetten van de keuzehulp mij geen extra tijd. Ik kan heel kort uitleggen wat het doel is van keuzehulp en doe dat ook tijdens het consult.”
Sandra: “We leggen uit dat in het MDO besproken is, dat een patiënte in aanmerking kan komen voor een borstsparende behandeling. In het gesprek geven we altijd informatie over alle mogelijke behandelingen (ook amputatie met evt. reconstructie) en geven we aan dat de patiënte dus een keuze heeft. En dat dit ook mag en kan als de patiënte zich daar 'prettiger' bij voelt. Patiënten vragen geregeld ‘wat zou u doen?', maar daar doe ik nooit uitspraak over omdat het om een keuze van de patiënte zelf moet gaan”.
Miriam vult aan: “Het is niet alleen een kwestie van het uitreikvel meegeven. Ik wijs op het uitreikvel altijd even de link naar de website aan en benoem dat de patiënte een gebruikersnaam en wachtwoord moet invoeren. Ik benadruk ook dat deze inloggegevens uniek zijn en dat er verder niemand op de pagina kan komen. Het is je eigen pagina, je bepaalt zelf met wie je gegevens deelt. Ook leg ik uit dat het na het inloggen de keuzehulp heel gebruiksvriendelijk is en je stapsgewijs de informatie kunt lezen. Dat daarna stellingen volgen die je kunt beoordelen. Niet om te zeggen wat je moet doen, maar vooral om je te helpen bepalen wat voor jou de beste keuze is.”
Sandra en Anita: “En bij mensen bij wie we het als naslagwerk meegeven zeggen we: waarschijnlijk bevestigt het je in je keuze, en als dat niet zo is, laat het dan vooral aan ons weten.”
Miriam: “Wij maken altijd even tijd om onze nieuwe teamleden uitleg te geven over het doel en nut van de keuzehulp en leggen uit hoe het werkt. Het kan voor nieuwe teamleden even wennen zijn om ook bij een kleine afwijking uitleg te geven over de keuze borstamputatie. Maar als we toelichten dat het voor patiënten heel fijn is om een keuze te hebben en mee te beslissen hierover, begrijpen ze het ook heel goed en gaan ze daar in mee.”
Sandra: “Verder is het effectief om tijdens het MDO de keuzehulp aan de orde te stellen. Het is fijn als chirurg en verpleegkundig specialist samen het gesprek voeren. De chirurg bespreekt de keuze en de keuzehulp, en de verpleegkundig specialist geeft in het gesprek aanvullende uitleg over het gebruik van de keuzehulp."
Ook maken we nu voor start van de behandeling altijd een afspraak bij een radiotherapeut-oncoloog. Voor patiënten die twijfelen over bestraling in het kader van een borstsparende operatie, is dat heel prettig. Het extra gesprek neemt de twijfel vaak weg en zo weet de patiënte beter wat ze van de bestraling kan verwachten en kan dan beter een keuze maken."
Tot slot geeft Miriam aan: “Het is ook een kwestie van volhouden om de werkwijze eigen te maken. Alle begin is wennen, maar je zult merken dat Samen beslissen vanzelf een automatisme wordt en de keuzehulp is daarbij een heel goed hulpmiddel.”
De Borstkanker keuzehulp is voor vrouwen met mammacarcinoom:
De keuzehulp is bij 21 ziekenhuizen in gebruik. Al meer dan 3500 vrouwen gebruikten de keuzehulp en 82% daarvan is (zeer) tevreden. Ook is de keuzehulp openbaar toegankelijk via Borstkankervereniging Nederland.
Bij alle teams is het gebruik van de keuzehulp binnen 3 tot 6 maanden routine geworden. Met ons implementatiepakket maken we het uw team zo makkelijk mogelijk.
Wilt u de keuzehulp eerst uitproberen in uw praktijk? Vraag kosteloos het proefpakket aan.
De Borstkanker keuzehulp is een initiatief van het Maastricht UMC+ met ZorgKeuzeLab als ontwikkel- en implementatiepartner. De keuzehulp is goedgekeurd door patiëntenvereniging Borstkankervereniging Nederland.